“Eigenlijk was ik drie of vier jaar geleden al gestopt”, vertelt De Roy. “Ik ging marathons lopen, maar na een tijdje begon het toch opnieuw te kriebelen. Daarom hervatte ik bij de B-reserven van Blaasveld, maar de lokroep van ‘de kabine’ was te groot. (lacht) Hoewel ik het wel leuk vond om te voetballen met mannen van mijn leeftijd, miste ik een zeker doel. Die extra uitdaging had ik wel in het eerste elftal en zo ging ik opnieuw doen wat ik altijd graag heb gedaan.”
“Sportief bracht het seizoen nog niet wat we er van hadden verwacht, maar we missen ook nog heel wat spelers. Vooral op defensief vlak is het nog zoeken en dat maakt dat we heel veel goals slikken. Met 3-6, 4-4 en 4-0 zijn onze uitslagen spectaculair, maar als je maar een punt pakt, heb je als ploeg gewoon je start gemist. De hattrick tegen Rijmenam? Die deed me veel deugd. Ook al waren er twee strafschoppen bij, die goals waren het bewijs dat ik het nog kan.”
“Mocht dat niet het geval meer zijn, zou ik trouwens ook de eer aan mezelf houden. Maar tot nu toe blijft alles beperkt tot kleine kwaaltjes. Of de huidige stopzetting van de competitie me niet aan het twijfelen bracht? Helemaal niet. Daarom zijn het plezier en de goesting te groot. Dat is ook het belangrijkste voor Nand, mijn oudste zoontje, die aan de slag is bij de U7 van Blaasveld. Zo lijkt de opvolging inderdaad verzekerd.” (lacht)
“Hopelijk kunnen we de competitie snel hervatten, maar eerlijk gezegd vrees ik ervoor. Volgens mij wordt er voor de feestdagen niet meer gevoetbald. Ik hoop dat we een annulatie van het seizoen kunnen voorkomen en toch nog voldoende wedstrijden kunnen spelen na Nieuwjaar, maar dat is allemaal afwachten. Voor de clubs is het misschien wel beter zo dat alles werd stilgelegd. Zo maken ze tenminste geen kosten. Bij Blaasveld zal het nog meevallen en we broeden ook op een paar alternatieve plannen om geld in het laatje te brengen, maar ik kan me voorstellen dat bij veel provincialers de rode cijfers opdoemen.”
“De gezondheid primeert in elk geval en als OCMW-medewerker voor de sociale tewerkstelling maak ik van dichtbij mee welke schade corona aanricht. Niet alleen qua hoeveelheid mensen die op zoek zijn naar werk, maar ons kantoor ligt niet ver van het ziekenhuis en rusthuis in Willebroek. Daar zie je de gevolgen pas echt. Het is allemaal heel dichtbij en dan is het beter om een tijdje strenger op te treden. En ook al kunnen we niet meer trainen nu, er zijn voldoende alternatieven om wél fit te blijven. Die discipline gaan we onszelf allemaal moeten opleggen.”